In het kader van politiek-historische congressen is het interessant om het Republikeins Congres, dat in 1934 opgericht werd in Ierland, onder de loep te nemen. Dit Iers Republikeins Congres was in feite een afsplitsing van het Iers Republikeinse Leger, dat in de volksmond kortweg IRA genoemd werd. Aan deze gebeurtenis ging echter een hele geschiedenis vooraf.
De Ierse onafhankelijkheidsstrijd
Éire, zoals Ierland oorspronkelijk heet, maakte vanaf het jaar 1798 in haar geheel deel uit van het Verenigde Koninkrijk. Sindsdien was er een enorme kloof tussen arm en rijk. De rijke bovenlaag werd gevormd door een (over het algemeen Engelse) protestantse minderheid en de armoedige onderlaag werd gevormd door een katholieke meerderheid: het gewone Ierse volk. Omdat deze onderklasse in erbarmelijke omstandigheden verkeerde is het niet verwonderlijk dat de situatie in het land zeer gespannen was. De onlusten van de Ierse bevolking mondden in 1916 dan ook uit in de zogeheten Paasopstand. Tijdens deze revolte werd in Dublin de Ierse Republiek uitgeroepen. De opstand werd echter direct neergeslagen door het Engelse leger. Dit voorval heeft geleid tot het ontstaan van het Iers Republikeinse Leger. De overheersing van het Britse Rijk werd niet langer getolereerd en het Ierse volk streefde naar autonomie. In 1921 kwam er een einde aan de Ierse onafhankelijkheidsstrijd middels het Anglo-Iers Verdrag en werd het eiland opgedeeld in de Ierse Vrijstaat en het Engelse Noord-Ierland.
De Republikeinse oppositie
Het vredesverdrag met Engeland had geleid tot verdeeldheid onder de Ierse bevolking. In tegenstelling tot de voorstanders van het vredesakkoord, waren de tegenstanders van het verdrag, die de Republikeinse oppositie vormden, het absoluut niet eens met dit compromis en eisten volledige onafhankelijkheid van het Engelse koninkrijk. Dit had tot gevolg dat in de jaren 1922-1923 de Ierse burgeroorlog uitbrak. De Ierse Vrijstaat bleek de sterkste partij, gesteund door het Verenigd Koninkrijk, en vele IRA-leden belandden in de gevangenis.
Politieke afscheiding
In de jaren ’30 hervatte de IRA haar acties tegen de Ierse Vrijstaat en de Engelse bezetting. Ondertussen kreeg de IRA te maken met interne onenigheid. Volgens enkele leden moest niet alleen worden gestreden tegen het Engelse imperialisme, maar moest ook het kapitalisme worden bestreden. Een afscheiding was het gevolg en zo ontstond in 1934 het Republikeins Congres, een buitenparlementaire organisatie met een pro-communistische ideologie. De intentie van het Congres was om van Ierland een heuse arbeidersrepubliek te maken. De grondgedachte was dus het stichten van een Ierse Socialistische Staat, in overeenstemming met marxistisch-leninistische filosofieën.
1934-1936
De leiders van het Republikeinse Congres waren onder meer Peadar O’Donnell en George Gilmore. Al in 1935 ontstond er ook verdeeldheid binnen dit Congres. Een aantal leden van deze organisatie waren radicaler in hun opvattingen dan de andere leden, die meer gematigd waren. De eerste groep verliet daarop het Congres, waarna in 1936 een einde kwam aan het bestaan van de groepering.