In de periode 1953-1964 van de vorige eeuw was Nikita Chroesjtsjov de leider van de Sovjet-Unie. Hij was de opvolger van Stalin, die in 1953 was overleden. Chroesjtsjov was partijleider van de Sovjet-Russische Communistische Partij, die in de jaren 20 de Partij van de Bolsjewieken werd genoemd, een sociaal-democratische partij met een marxistische ideologie.
Secret speech
De intentie van Chroesjtsjov was om in de toenmalige Sovjet-Unie een democratie te stichten onder leiding van de Communistische Partij van de Sovjet-Unie (CPSU). Deze partij hield eens in de vijf jaar een Partijcongres. Zo werd in 1956 het 20e Partijcongres gehouden, waarin Chroesjtsjov zijn zogenaamde ‘Geheime toespraak’ hield, waarin hij stelde dat Stalin tijdens zijn regeringsperiode werd geïdealiseerd en dat de grondslagen van het marxisme-leninisme gedurende het Stalinistische bewind waren verwrongen.
Destalinisatiepolitiek
Chroesjtsjov gaf aan dat de Sovjet-Unie onder Stalin de weg volledig kwijt was geraakt. Om weer op de juiste weg te geraken werd tijdens dit 20e Partijcongres het Testament van Lenin (1922) aangehaald, waarin al werd gewaarschuwd tegen de houding van Stalin. Verder betoogde Chroesjtsjov dat de CPSU onder het regiem van Stalin had geleden, maar dat het nu hoog tijd was om revolutionaire hervormingen door te voeren in het land, uiteraard volgens marxistisch-leninistische richtlijnen.